Voor de Nederlandse jeugdliteratuur waren de laatste twee decennia van de vorige eeuw uitzonderlijk van karakter, creativiteit en productiviteit. In acht poorten van de auteurs die toen ontzeggenlijk de toon aangaven en die als vanzelfsprekend plaatsnamen op de bank die gereserveerd was voor de "echte" literatuur: Paul Biegel, Imme Dros, Peter van Gestel, Wim Hofman, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen, Els Pelgrom en Toon Tellegen.
