Kees van Beijnum est un conteur qui explore les profondeurs du désir humain et la quête d'authenticité. Ses œuvres, souvent ancrées dans des décors urbains dynamiques, examinent des relations complexes et les luttes intérieures de ses personnages. Avec un sens aigu du détail et un style captivant, van Beijnum crée des personnages qui résonnent profondément auprès des lecteurs. Ses romans, fréquemment adaptés en films à succès, sont salués pour leur esprit et leurs aperçus profonds de la psyché humaine.
Een 18-jarige Amsterdamse gymnasiast, gevlucht naar het vakantiehuis van zijn ouders in Normandië, blikt terug op zijn leven, een aaneenschakeling van leugens en bedriegerijen, en op zijn obsessieve liefde voor zijn vriendin.
Wieringen, jaren tachtig. Teun Draaijer en zijn oudere broer lijden onder de uitzonderingspositie die hun gezin inneemt binnen de gemeenschap van de boerse geboren Wieringers. Regelmatig vormen zij het doelwit van uitsluiting en pesterijen. Ieder op geheel eigen wijze proberen de jongens op school en op straat te overleven. Maar dan keert zijn broer radicaal de idealen en verwachtingen van zijn ouders de rug toe en raakt het gezinsleven ontwricht. Teuns positie is ondraaglijk: moet hij voor zijn broer of voor zijn ouders kiezen? Jaren later keert Teun met zijn zoontje terug naar de plek van zijn jeugd, maar het is geen sentimental journey. De noodlottige nacht waarin het familieconflict ten slotte uitmondde, is hem altijd blijven achtervolgen.
Klappentext:Aus dem Niederländischen von Marianne Holberg. Als Stella auf eine Kleinanzeige antwortet, in der jemand gesucht wird, der ein Archiv in Ordnung bringt, ahnt sie nicht, was ihr bevorsteht. Das Archiv gehört der wegen ihrer Vergangenheit unter deutscher Besetzung berüchtigten "Schwarzen Witwe", von der sie zwar während ihrer Schulzeit schon gehört, für die sie sich jedoch nicht weiter interessiert hat. Langsam erst formt sich für die junge Frau ein Bild ihrer Auftraggeberin - aus den Dokumenten und durch den täglichen Umgang. Und dann ist da noch Andreas, dessen Leben auf geradezu mysteriöse Weise mit dem der schwarzen Witwe verstrickt scheint und zu dem sich Stella stärker und stärker hingezogen fühlt...
Tokio 1946: Eine dramatische Liebesgeschichte vor dem Hintergrund der Kriegsverbrecherprozesse Tokio 1946: Der Richter Rem Brink ist vom niederländischen Außenministerium zu den sogenannten Tokioter Prozessen gesandt worden, um mit den Siegermächten die japanischen Kriegsverbrechen aufzuarbeiten. Brink ist sich seiner besonderen Verantwortung bewusst, sucht gleichzeitig aber auch Zerstreuung in einer Liaison mit der jungen Sängerin Michiko. Durch sie lernt er eine ganz andere, faszinierende Seite Japans kennen. Doch als Michiko ihn um einen Gefallen bittet, der seinen politischen und moralischen Grundsätzen widerspricht, wird die Beziehung auf eine harte Probe gestellt … Die Zerbrechlichkeit der Welt ist eine ergreifende Liebesgeschichte und ein Roman über kulturelle Fremdheit, Neuanfang, Schuld und Vergebung. Kees van Beijnum bettet dies eindringlich und authentisch in ein weltpolitisch bedeutsames, aber kaum bekanntes Kapitel der Nachkriegszeit ein.
Tokio, 1946. Een jaar na de capitulatie van Japan is het Tokio Tribunaal in volle gang. De Nederlander Rem Brink is een van de rechters die een vonnis moeten vellen over de belangrijkste Japanse oorlogsmisdadigers. Ter afleiding van de machtsspelletjes en voortdurend wisselende allianties van zijn collega's probeert Brink het hem volstrekt vreemde en totaal verwoeste land te verkennen. Als Brink de Japanse sopraan Itchiko leert kennen, die tijdens de bombardementen op Japan haar ouders heeft verloren ontluikt er een tedere, geheime liefde die niet zonder gevaar is. Wanneer deze relatie is uitgekomen verliest Itchiko het protectoraat van haar westerse weldoenster. Haar beloftevolle toekomst ligt aan duigen en ze vertrekt zwanger naar haar geboortedorp in de bergen. Het is juist dat dorp waar vlak daarvoor in stilte gruwelijke oorlogsmisdaden hebben plaatsgevonden. Kees van Beijnum sleept de lezer mee in de grote morele worstelingen van zijn personages. Hij stelt onnadrukkelijk maar stellig de vraag naar goed en kwaad, en naar de morele verantwoordelijkheid van het individu. De offers beschrijft een onbekend deel uit de wereldgeschiedenis en is een sensationele leeservaring, waarin Van Beijnum een gebied betreedt waar hij en zijn lezers nog niet eerder kwamen.
Op een warme zomerochtend is 'geluksdeskundige' Mart Hitz onderweg naar zijn vrouw om haar te vertellen dat hij haar voor een ander gaat verlaten. Aan de rand van zijn woonplaats stuit hij op een wegversperring. De dijk langs de ringvaart blijkt doorgebroken en de bewoners zijn overgebracht naar een sporthal. Als hij zijn vrouw daar niet kan vinden, begint een even duistere als zenuwslopende zoektocht die hem door het onbekende leven van zijn vrouw voert. Het beeld dat hij van haar en van zijn huwelijk had, blijkt voornamelijk een bedenksel. Wanneer zijn veertienjarige dochter, ingefluisterd door zijn schoonouders, hem de verdwijning begint te verwijten, staat hij helemaal alleen voor zijn opdracht: het vinden van de vrouw die hij wil verlaten.
Als vakantiebaantje ordent de jonge Stella Verstarre de archieven van een weduwe uit het Gooi. Met groeiende fascinatie leest ze de stapels brieven, dagboeken en documenten, waarin zich een allesbehalve brandschoon verleden aftekent. Tussen de oude dame en Stella onstaat een vriendschap die ruw wordt verstoord als de mysterieuze Andreas de villa van de weduwe betreedt. Meer en meer raakt Stella verstrikt in een geheimzinnige en duivels complot. Is er voor haar nog een weg terug?